De ZW bevat regels enkel voor mensen die geen werkgever (meer) hebben, zoals uitzendkrachten of mensen wiens tijdelijke arbeidsovereenkomst tijdens ziekte is afgelopen.
Op grond van het Burgerlijk Wetboek moeten werkgevers aan werknemers die ziek zijn, het salaris doorbetalen. Alleen als werknemers hier geen recht op hebben, kunnen wij een ZW-uitkering ontvangen (behoudens enige uitzonderingen).
De duur is maximaal 52 of 104 weken, na het ziek worden.
Deze is in principe 70% van het laatstverdiende loon ofwel het dagloon. In het geval van ziekte door zwangerschap of bevalling bedraagt de ZW-uitkering 100%.