Het begrip “zaak” ziet op stoffelijke voorwerpen als bedoeld in artikel 3:2 Burgerlijk Wetboek. Zaken kunnen roerend of onroerend zijn.
De verhuurder is verplicht om op verlangen van de huurder gebreken te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vergt die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen. Als de verhuurder met het verhelpen van het gebrek in verzuim, dan kan de huurder dit verhelpen zelf verrichten en de daarvoor gemaakte kosten, voor zover deze redelijk waren, op de verhuurder verhalen, desgewenst door deze in mindering op de huurprijs te brengen.
De verhuurder is verplicht de zaak ter beschikking van de huurder te stellen en te laten voor zover dat voor het overeengekomen gebruik noodzakelijk is.
Veelal zal dit betekenen dat de verhuurder de zaak feitelijk in de macht zal brengen van de huurder, gedurende de overeengekomen periode van huur.
Het begrip “zaak” ziet op stoffelijke voorwerpen als bedoeld in artikel 3:2 Burgerlijk Wetboek. Zaken kunnen roerend of onroerend zijn.