Terug

Verjaring

Verjaring betekent dat door verloop van de tijd een bepaalde vordering niet langer in rechte afdwingbaar is.

Verjaring

Verjaringstermijn

In de wet staat in artikel 3:310 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek een absolute verjaringstermijn van 20 jaren bij letselschade en een relatieve verjaringstermijn van 5 jaren. Deze verjaringstermijn begint te lopen na het bekend worden met de schade en de daarvoor aansprakelijke partij.

Rechtspraak over verjaring

De Hoge Raad heeft in het arrest Vellekoop/Wilton Fijenoord van 6 april 2001 (NJ 2002, 383) beslist dat 'bekend is geworden' subjectief moet worden opgevat. De dader (aansprakelijke partij) die zich op verjaring van de vordering beroept, moet volgens dit arrest van de Hoge Raad stellen en zonodig bewijzen dat het slachtoffer daadwerkelijk bekend was met de schade en de aansprakelijke persoon.
In het latere arrest BASF Drukinkt B.V./Rensink van de Hoge Raad van 24 januari 2003 (NJ 2003, 300) werd deze rechtsregel bevestigd en werd eraan toegevoegd dat het enkele vermoeden van het bestaan van schade onvoldoende is om de verjaringstermijn te laten aanvangen.

Langere verjaringstermijn

Verder bepaalt artikel 3:310 lid 2 Burgerlijk Wetboek dat vorderingen uit letselschade en overlijdensschade pas verjaren na 30 jaren in het geval van milieuschade en in het geval van schade door blootstelling aan gevaarlijke stoffen in de zin van artikel 6:175 Burgerlijk Wetboek.
In het arrest Koninklijke Schelde B.V./Wijkhuisen van 2 oktober 1998 (NJ 1999, 682) oordeelde de Hoge Raad dat de verjaringsregels uit artikel 3:310 lid 1 en 2 Burgerlijk Wetboek ook van toepassing zijn op de aansprakelijkheid van de werkgever op grond van het arbeidsrecht in artikel 7: 658 Burgerlijk Wetboek.

Sinds 1 februari 2004 bepaalt art. 3:310 lid 5 Burgerlijk Wetboek dat in afwijking van de absolute verjaringstermijn (van 20 jaar), de relatieve verjaringstermijn van 5 jaar (uit art. 3:310 lid 1 Burgerlijk Wetboek) en de verjaringstermijn van 30 jaar uit lid 2 een vordering uit letselschade of overlijdensschade pas 5 jaar na de dag waarop men bekend werd met de schade en de aansprakelijke partij verjaart. Voorheen werd er op grond van vaste rechtspraak rondom de blootstelling aan asbest al aangenomen dat op grond van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 2 en 6:2 lid 2 Burgerlijk Wetboek) een beroep op verjaring onredelijk zou zijn. Het gaat hierbij om verborgen schade waarbij bijvoorbeeld een ziekte pas uitbreekt na het verstrijken van de oude verjaringstermijn van 30 jaar. Deze nieuwe rechtsregel is alleen van toepassing op schadeveroorzakende gebeurtenissen die na 1 februari 2004 hebben plaatsgevonden (artikel 119b Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek).

Redelijkheid en billijkheid

In twee belangrijke arresten van de Hoge Raad over asbest van 28 april 2000: Van Hese/De Schelde (NJ 2000, 430) en Erven Rouwhof/Eternit (NJ 2000, 431) werd beslist dat een beroep op de verjaringstermijn van 30 jaar uit art. 3:310 lid 2 Burgerlijk Wetboek door de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:2 lid 2 Burgerlijk Wetboek) onaanvaardbaar kan zijn en dus opzij gezet kan worden. In het arrest Rouwhof/Eternit was de vordering echter al verjaard en ging een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ook niet op, omdat de vordering al eerder had kunnen worden ingesteld: de vordering was nog niet verjaard toen de diagnose mesothelioom werd gesteld. Bijna een half jaar later besliste de Hoge Raad het arrest Erven Soolsma/Hertel B.V. op 20 oktober 2000 (NJ 2001, 268), dat het van alle omstandigheden van het geval afhangt of een beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (art. 6:2 lid 2 Burgerlijk Wetboek).

Verstuur uw juridische vraag anoniem aan 180 aangesloten advocaten

Stap 1 van 2

Ik ben
100% anoniem
  • S. Bhulai
  • M.J.J.A. Ooms Ooms Advocatuur Rotterdam
  • F.M. Hooijmans Windt Le Grand Leeuwenburgh Rotterdam
  • D.R. Ninck Blok Windt Le Grand Leeuwenburgh Rotterdam
  • L.E.Q. Smits van Oyen Windt Le Grand Leeuwenburgh Rotterdam
  • R.P. van Empel - Bouman Gelijk Advocaten Den Bosch
  • C. van Steenderen-Koornneef Windt Le Grand Leeuwenburgh Rotterdam
  • K.G. Kapel Sørensen Advocaten Rotterdam
  • R.B. Gerretsen Windt Le Grand Leeuwenburgh Rotterdam
  • A. Jankie Jankie Advocatuur 'S-GRAVENHAGE