Kwekersrecht is het recht van de kweker van een nieuw plantenras. De kweker heeft het recht om teeltmateriaal te hebben, te verkopen, of te kweken.
Als een kweker een nieuw plantenras heeft gekweekt, is het vanzelfsprekend niet de bedoeling dat een ander daarmee aan de haal gaat. Een nieuw plantenras kweken is immers niet eenvoudig. Daar gaan jaren van voorbereiding en verdeling aan vooraf en aanzienlijke kosten mee gepaard. De kweker zal deze kosten ook terug moeten zien te verdienen.
Door middel van een licentie kan een kweker geld verdienen. Degene die de licentie krijgt, kan het beschermd materiaal met toestemming van de kweker gebruiken, bijvoorbeeld door er stekjes van te verkopen.
Het kwekersrecht ontstaat pas nadat er een aanvraag is ingediend, en nadat de aanvraag is toegewezen. De aanvraag verloopt in verschillende stappen. De Raad voor Plantenrassen kent het kwekersrecht toe, als deze vindt dat aan de voorwaarden is voldaan. Door Naktuinbouw wordt eerst een keuringsonderzoek gedaan.
Van een nieuw plantenras is sprake als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Als het kwekersrecht na aanvraag is toegekend, dan wordt dit bekend gemaakt in de Europese Unie. Vervolgens wordt het geregistreerd in de rassenverkeerslijst van de Europese Unie, de Plant Variety Database.
Als de aanvraag van het kwekersrecht door de Raad voor Plantenrassen wordt afgewezen, kan de aanvrager daartegen een bezwaarschrift indienen. Als de aanvrager het vervolgens niet eens is met de beslissing op het bezwaarschrift, kan hij/zij in beroep bij de rechtbank, sector Bestuursrecht.
Het kwekersrecht op een ras komt te vervallen na 25 jaar. Voor sommige rassen geldt het kwekersrecht 30 jaar.
Als iemand inbreuk maakt op het kwekersrecht, kan vervolging plaats vinden, omdat dan sprake is van een strafbaar feit. Degene die het kwekersrecht heeft, kan daarvan aangifte doen.