Wat is de behoefte aan alimentatie voor een kind? Dat verschilt sterk, van kind tot kind.
Sommigen vinden dat niet eerlijk, omdat alle kinderen toch even belangrijk zijn voor de ouders. Maar daar gaat het niet om, bij alimentatierekenen. Bij de vaststelling van alimentatie is de basis dat iemand er niet op achteruit dient te gaan, als gevolg van een scheiding. Dus: een kind moet er niet op achteruit gaan, door de scheiding van de ouders. Een kind moet in dezelfde welstand kunnen voortleven, tenminste: zoveel mogelijk. Daarom wordt er naar gekeken, hoeveel de ouders samen aan inkomen hadden. Daarbij wordt berekend wat het netto besteedbaar inkomen is geweest (NBBI) tijdens de relatie (en samenwoning) van de ouders. Op basis van het gezinsinkomen, wordt berekend wat de behoefte is van de kinderen, ofwel: wat er nodig is (uitgedrukt in geld) om de welstand van de kinderen op hetzelfde peil te houden. Het NIBUD heeft berekend, hoeveel ouders gemiddels uitgeven van hun inkomen, aan de kinderen. Uit onderzoek blijkt, dat men – gemiddeld, in Nederland – gewoon is per kind een bepaald percentage van het inkomen te besteden aan een kind. Aan het eerste kind wordt 17% van het gezinsinkomen uitgegeven, aan 2 kinderen in total 26%, en aan 3 kinderen in totaal 33%. Per extra kind wordt er dus per kind minder uitgegeven.
Op basis van de leeftijd van de kinderen, en op basis van het gezinsinkomen (preciezer: NBBI) wordt berekend wat de behoefte van de kinderen is.
Vervolgens wordt berekend of de ouders samen – in financieel opzicht – wel of niet in deze behoefte kunnen voorzien. Dat kan 40/60 zijn, maar ook 90/10.
Pas als er draagkracht over is, nadat in de kosten van de kinderen is voorzien (ofwel: nadat in de behoefte van de kinderen is voorzien) komt men eventueel aan partneralimentatie toe.
Kinderalimentatie is van openbare orde. Dat betekent dat ouders wel wat kunnen willen afspreken, maar dat dat eigenlijk niet zomaar kan. Kinderalimentatie moet wel kloppen, en in overeenstemming zijn met de zogeheten wettelijke maatstaven. De wettelijke maatstaven gaan over “draagkracht” (wat iemand betalen kan) en “behoefte” (wat er nodig is). De kinderalimentatie staat dus niet “ter vrije beschikking” van partijen. Kinderalimentatie is voor kinderen en de wetgever vindt de belangen van kinderen zwaarder wegen dan die van ouders. Ouders kunnen ook geen afstand doen van kinderalimentatie.
Afkoop van kinderalimentatie
Kinderalimentatie kan ook niet worden afgekocht. In het geval ouders die afspraak wel maken, is die afspraak nietig. Partneralimentatie kan overigens wel worden afgekocht.