Als men gaat scheiden, of uit elkaar gaat zonder getrouwd te zijn geweest, of wanneer een geregistreerd partnerschap eindigt, dan behoudt men vanzelf samen het ouderlijk gezag, als men dat ook had voor het eindigen van het huwelijk, de relatie of het geregistreerd partnerschap.
Indien het echter niet mogelijk is om het gezag samen uit te oefenen, dan kan de rechter worden gevraagd het gezamenlijk gezag te beëindigen. De rechter doet dat alleen als dat in het belang van het kind is, niet omdat u één van u beiden geen gezamenlijk gezag meer wil, en zelfs niet als u het daar samen over eens bent. De rechter vindt in het algemeen dat ouders het gezag samen moeten blijven uitoefenen na een scheiding. Ook vindt de rechter meestal dat die beslissing pas kan worden genomen, nadat de Raad voor de Kinderbescherming dat heeft onderzocht. De rechter zal vervolgens een beslissing nemen, en laten meewegen wat de Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd.