Voor voorlopige hechtenis dient er tegen de verdachte wel een zwaardere verdenking te bestaan dan voor het ophouden voor verhoor en inverzekeringstelling.
Bij dit laatste ging het immers om een redelijk vermoeden van schuld.
Voor de voorlopige hechtenis moeten er ernstige bezwaren bestaan tegen de verdachte. Er moet dus meer zijn dan een anonieme tip, maar een bekentenis of een getuigenverklaring bijvoorbeeld. De voorwaarden, om iemand in voorlopige hechtenis te nemen, zijn dus zwaarder, en er wordt minder snel aan voldaan dan aan de voorwaarde van “redelijk vermoeden van schuld”.
Voorts zijn er de ‘gevallen waarin’ en de ‘gronden waarop’. Deze moeten door de Officier van Justitie worden gesteld en aannemelijk worden gemaakt.
De hoofdregel is dat men moet worden verdacht van een misdrijf, waarop minimaal 4 jaar gevangenisstraf is gesteld.
Er zijn een aantal misdrijven en enkele overtreding waarop minder dan 4 jaar straf is gesteld, maar waarbij tòch voorlopige hechtenis is toegelaten. Deze staan opgesomd in de wet (artikel 67 lid1, onder b en c, Wetboek van Strafvordering).
Ook is voorlopige hechtenis toegelaten wanneer de verdachte geen bekende woon- of verblijfplaats heeft en hij verdacht wordt (in de zin van ernstige bezwaren) van een misdrijf waarvan de rechtbank kennis neemt en waarop gevangenisstraf is gesteld.
A. ernstig gevaar voor vlucht
B. gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid
Deze gronden dienen uit gedragingen van de verdachte te blijken.
De gewichtige reden voor maatschappelijke veiligheid kan enkel worden gebaseerd op een grond die in de wet staat vermeld. Deze gronden zijn:
Voorlopige hechtenis wordt in Nederland zeer veel toegepast. In de publieke opinie lijkt de mening te bestaan dat verdachten in Nederland worden opgepakt, en dan “even later weer op straat lopen”. Cijfers wijzen echter anders uit. Nederland scoort zeer hoog met voorlopige hechtenis en is door de Europese rechter daar zelfs voor op de vingers getikt.
Bovendien zijn in de afgelopen jaren de schadevergoedingen die moeten worden betaald voor het ten onrechte ondergaan van voorlopige hechtenis ten opzichte van tien jaar geleden verdubbeld. Het aantal personen dat ten onrechte in voorlopige hechtenis heeft gezeten is in de afgelopen tien jaren meer dan verdrievoudigd. Het aantal gevallen waarin schadevergoeding is betaald is in de afgelopen jaren eveneens sterk toegenomen.