Een concurrentiebeding ofwel een non-concurrentiebeding heeft tot doel een werkgever te beschermen tegen een overstap van een werknemer naar een concurrent. De werknemer neemt dan al zijn bij de eerste werkgever opgedane kennis mee naar de concurrent, die daar dan weer zijn voordeel mee kan doen.
Voor het aangaan van een concurrentiebeding zijn er drie voorwaarden:
Dit laatste doet zich reeds voor indien het concurrentiebeding in de door de werknemer ondertekende arbeidsovereenkomst is opgenomen, maar ook indien arbeidsvoorwaarden met daarin een concurrentiebeding door de werknemer voor akkoord zijn ondertekend.
Bij een concurrentiebeding gaat het erom dat het de werknemer voor een bepaalde tijd, verboden wordt te werken in een onderneming gelijk aan die van de werkgever of dezelfde werkzaakheden te verrichten, als zelfstandige of in loondienst, vaak op een bepaalde afstand van de voormalige werkplek, op straffe van een boete.
Indien een concurrentiebeding niet in verhouding staat tot het te beschermen belang van de werkgever kan de kantonrechter het beding matigen. Die matiging hangt ook met de duur van het dienstverband samen. Als dit kort was en de periode waarvoor het concurrentiebeding geldt betrekkelijk lang, ligt matiging voor de hand.
De werkgever mag de werknemer niet aan een concurrentiebeding houden indien hij voor de beëindiging van het dienstverband schadeplichtig is. Over het algemeen zijn werkgevers die zelf tot beëindiging van het dienstverband over gaan, wel bereid het concurrentiebeding vrij te geven, dan wel zal de kantonrechter dat – voor een groot deel – te doen.
Bij werknemers die zèlf vertrekken, ligt dit uiteraard anders.
Indien een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, met daarin opgenomen een concurrentiebeding, stilzwijgend wordt voortgezet, wordt over het algemeen aangenomen dat het concurrentiebeding van kracht blijft, ondanks dat dan door de stilzwijgende verlenging niet voldaan wordt aan het schriftelijkheidsvereiste.
In een tijdelijke contract mag vanaf 1 juli 2015 geen concurrentenbeding meer worden opgenomen, tenzij het bedrijfsbelang dit bepaaldelijk vordert. In dat geval dient dat in de overeenkomst te worden gemotiveerd. Een relatiebeding is wel toegestaan.
In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (tijdelijke contracten) mag in principe* geen concurrentiebeding meer worden afgesproken. Dat mag alleen nog in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.