Degenen die er belang bij hebben (de mensen die het rechtsreeks aangaat) kunnen tegen die beschikking bezwaar maken. Dat gebeurt met een bezwaarschrift.
Een bezwaarschrift levert een bestuurlijke heroverweging op, door dezelfde instantie als de instantie de beslissing genomen heeft. Ofwel: met een bezwaarschrift vraag je de instantie om hun besluit nog eens te heroverwegen.
Let op de termijn! Die bedraagt 6 weken. De termijn begint te lopen op de dag na de datum van de beslissing.
Zorg er voor dat het bezwaarschrift op tijd is verzonden. In enkele uitzonderingsgevallen, wordt het bezwaarschrift toch in behandeling genomen, ook al is het te laat. Reken daar niet op. De termijn geldt niet voor niets. Een goede tip is: dien het zelf in, bij de instantie, en vraag een stempel of een ontvangstbevestiging.
In het geval uw bezwaarschrift tijdig is ontvangen, wordt het behandeld. Er wordt dan een hoorzitting gehouden, waarin u uw standpunten nog eens kunt toelichten en uitleggen. De hoorzitting wordt gehouden bij de commissie voor bezwaar. Na de hoorzitting wordt er een verslag opgesteld van de hoorzitting, en geeft de hoorcommissie een advies aan de instantie die het besluit heeft genomen, waar u het niet mee eens bent. Dat advies is niet bepalend voor de beslissing op het bezwaarschrift. In de meeste gevallen blijft het oorspronkelijke besluit in stand, ook al is de bezwaarcommissie het met u eens. Een bezwaarprocedure heeft op grond van de wet een bestuurlijke heroverweging tot doel. Echter, in de meeste gevallen vindt het bestuursorgaan nog steeds, wat het eerder ook al vond, en blijft deze achter de beslissing staan. Het bestuursorgaan komt dus in de meeste gevallen niet op de beslissing terug. De beslissing waar u het niet mee eens bent, blijft dan dus in stand.
Dan kunt u zich ofwel bij de beslissing neerleggen, ofwel naar de rechter stappen. Dat doet u weer met een schriftelijk stuk, en dat noemt men dan een “beroepschrift”.
Bij bezwaar tegen een niet tijdig genomen besluit door het bestuursorgaan (fictieve weigering) geldt er geen termijn (art. 6:12 Awb.). De fictieve weigering is voor het bezwaar met een ‘gewoon besluit’ gelijkgesteld (art. 6:2 sub b Awb.).