Op een zaak kan men een volledig recht hebben (zoals eigendom), maar men kan er ook een beperkt recht op hebben.
In artikel 8 van boek 3 Burgerlijk Wetboek staat vermeld wat een beperkt recht is:
Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard.
Zelfstandig en overdraagbaar
Als men een zelfstandig en overdraagbaar recht heeft, dan kan men daarop (binnen bepaalde grenzen) de in de wet genoemde beperkte rechten daarop vestigen. Als zelfstandig en overdraagbaar recht gelden eigendomsrechten en vermogensrechten (zoals een vordering of een appartementsrecht).
Onderverdeling
De beperkte rechten kan men onderverdelen in
het recht van pand** en hypotheek*** strekken er toe om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Op alle goederen die voor overdracht vatbaar zijn, kan een recht van pand of een recht van hypotheek worden gevestigd.
Als het zekerheidsrecht is gevestigd op een registergoed, dan noemen we het een recht van hypotheek. Als het zekerheidsrecht is gevestigd op een ander goed dan een registergoed, dan noemen we het een recht van pand.
Een pandrecht en hypotheekrecht zijn altijd accessoir: als het hoofdrecht teniet gaat, gaat ook het afhankelijke recht teniet. Voorbeeld: er is een recht van hypotheek verleend door de koper van een woning aan de bank. Op het moment dat het huis wordt verkocht, en met de verkoopopbrengst de hypotheekschuld aan de bank geheel wordt ingelost, dan eindigt ook het recht van hypotheek dat de bank heeft. De bank heeft dat recht immers, om het huis te kunnen verkopen, en om zich op het huis te kunnen verhalen, als de eigenaar van het huis de hypotheekrente niet betaalt.
Gevolgen
Als men de eigendom heeft van een zaak, dan is men de eigenaar, en blijft men de eigenaar, als hij/zij een beperkt recht er op vestigt. Wat wel verandert, is dat het beperkte recht door de eigenaar dient te worden getolereerd. Een gebruiksrecht van een ander op je eigendomsrecht, betekent dat je dient te dulden dat een ander jouw zaak gebruikt.
Vestiging
In artikel 98 van boek 3 Burgerlijk Wetboek staat hoe het beperkte recht wordt gevestigd, namelijk: op dezelfde wijze als waarop het betreffende (onderliggende) goed wordt overgedragen, behoudens uitzondering. Als uitzondering kennen we bijvoorbeeld het stille pandrecht. Dat vestigt men door middel van een authentieke akte of een geregistreerde onderhandse akte.
Tenietgaan
Door het teniet gaan van een beperkt recht, verliest de beperkt gerechtigde het beperkte recht.
Op grond van artikel 81 lid 2 boek 3 Burgerlijk Wetboek gaat een beperkt recht teniet door