Agentuur is het bemiddelen, door een handelsagent, bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen een opdrachtgever en anderen. De handelsagent kan de overeenkomst eventueel op naam van de opdrachtgever sluiten. De handelsagent wordt in wetgeving als “zwakkere” partij beschermd tegen de opdrachtgever.
De opdrachtgever wordt ook wel “principaal” genoemd.
De afspraken tussen de handelsagent en de opdrachtgever over de agentuur, zoals de beloning en de duur van de overeenkomst, staan in een agentuurovereenkomst.
De beloning die de handelsagent ontvangt voor zijn werkzaamheden, is meestal een “provisie” of “commissie”.
Een agentuurovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst. Er is immers geen gezagsverhouding. De handelsagent is bevoegd om de werkzaamheden naar eigen inzicht uit te voeren.
Bij een agentuurovereenkomst is sprake van een vaste relatie tussen de handelsagent en de opdrachtgever. Bij een bemiddelingsovereenkomst is geen sprake van een vaste relatie.
Een distributeur wordt ook wel wederverkoper genoemd. Een distributeur bemiddelt niet. Een distributeur handelt op eigen naam en voor eigen rekening en risico. Soms ligt het erg dicht bij elkaar, zoals in het geval de leverancier rechtstreeks levert aan de afnemer. Vooral bij het eindigen van samenwerking speelt dit een rol, omdat een handelsagent wel aanspraak heeft op vergoeding van goodwill, en een distributeur niet.
Een commissionair handelt op eigen naam, en sluit zelf overeenkomsten met de afnemer. Dit in tegenstelling tot de handelsagent.
Een agentuurovereenkomst kan voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd worden gesloten.
In artikel 7:428 tot en met 7:445 Burgerlijk Wetboek wordt de agentuurovereenkomst behandeld.