In de algemene voorwaarden van een bedrijf moet er rekening zijn gehouden met de Wet van Dam.
Deze wet bepaalt, dat de consument bepaalde rechten heeft. Deze rechten moeten tot uitdrukking komen in de algemene voorwaarden.
Als een onderneming in de algemene voorwaarden geen rekening heeft gehouden met de verplichtingen ingevolge de Wet van Dam, kunnen er boetes worden opgelegd. Het kan ook zijn dat er voor de consument bijvoorbeeld geen opzegtermijn geldt.
In de algemene voorwaarden mag een onderneming niet zomaar vermelden, dat overeenkomsten met consumenten stilzwijgend worden verlengd. Een consument heeft het recht om – na de eerste stilzwijgende verlenging – het contract op een willekeurig moment op te zeggen. Dan geldt er een opzegtermijn van 1 maand, en dat is niet een kalendermaand. Een opzegging op 13 september leidt tot een einde per 13 oktober bijvoorbeeld. Ook mag een consument het contract opzeggen, op dezelfde manier als waarop het is aangegaan. Is de overeenkomst telefonisch gesloten, dan moet er ook telefonisch opgezegd kunnen worden bijvoorbeeld.
Het voorgaande slaat op contracten met consumenten. Bij contracten met ondernemingen gelden deze regels in principe niet. Uiteraard mag een onderneming een bedrijf dezelfde – gunstiger – voorwaarden verlenen, maar dat is niet verplicht. De consument wordt aldus beschermd, tegenover het bedrijf waarmee het contract wordt gesloten.