Hoe wordt men medehuurder?
- door met de huurder te trouwen
- door de verhuurder het contract aan te laten vullen (als de verhuurder daar tenminste mee instemt)
Als de verhuurder niet binnen 3 maanden uw verzoek accepteert, en de huurovereenkomst aanpast, kan men een procedure voeren bij de kantonrechter. Als u aan 3 voorwaarden voldoet, dan beslist de kantonrechter dat er een medehuurder zal zijn. Dan moet de verhuurder dus het contract aanpassen.
Voorwaarden van medehuur
In de wet staan in artikel 7:267 BW de voorwaarden voor medehuur. De 3 voorwaarden zijn:
- u voert samen 2 jaar of langer een duurzame gemeenschappelijke huishouding in de betreffende woning. Deze categorie geldt overigens niet voor ouders bij wie volwassen kinderen inwonen (tenzij deze kinderen ouder zijn dan 35 jaar);
- de ander kan de huur eventueel alleen betalen;
- u mag niet de bedoeling hebben om, terwijl u zelf de woning niet meer wilt huren, een ander gemakkelijk aan een huurovereenkomst te helpen.
Vertrek van de huurder
Als de huurder vertrekt uit de woning, dan wordt de achterblijvende medehuurder de huurder. Inwonende kinderen Let op: als er sprake is van kinderen die bij hun ouders inwonen, en al volwassen zijn, dan zijn zij geen medehuurder.
Ongehuwde samenwoning en huurrecht
Ook is het zo, dat samenwoners geen huurrechten hebben, als bijvoorbeeld de huurder komt te overlijden. Dan eindigt de huurovereenkomst, en de samenwonende partner zal dan moeten vertrekken. Deze heeft immers geen huurovereenkomst. Dat kunt u niet voorkomen door een samenlevingscontract te sluiten. Enkel wanneer u een huwelijk of een geregistreerd partnerschap aangaat, krijgt u medehuurderschap.